Over ‘ego ’
en het realiseren van Waarheid
Hierbij wil ik uitnodigen om de aandacht eens te laten uitgaan naar het fenomeen ‘ego’. Iedereen heeft uiteraard van dit fenomeen gehoord, en waarschijnlijk ook gemerkt dat het in geestelijke kringen veelal wordt aangezien voor een vijand, of zelfs ‘de vijand’. Regelmatig kom je aanbevelingen tegen om je uiterste best te doen dit ego te verwijderen, of zelfs te vernietigen.
In feite is onze ‘individuele uitdrukking’, die toch iets te maken moet hebben met een zekere bundeling of beperking, nog niet per se een vorm van gebondenheid, of vastgekleefdheid. Uitdrukking waarbij steeds opnieuw, dwars door de vormen heen, van binnenuit opmerkbaar blijft dat vrijheid het geval is, kan beschouwd worden als een ‘Verrijking van de Werkelijkheid’. Zo wordt het wel genoemd in dzogchen-teksten. Daarin wordt het ook wel ‘ornament’ genoemd. Als je uitdrukking waarlijk een ornament is, zonder ergens aan vast te blijven kleven, is de term ‘ego’ bijzaak geworden. Er is geen pantsering, geen eigenbelang, geen voorbereiding op een verondersteld gevaar of vijand.
Hierbij een schets van wat ik bedoel.[1] Bovenin zie je de Verschilloze Essentie, als het onscheidbare tweetal, papa en mama, zonder enige tweedracht en volledig gelijkwaardig – Yab-Yum. Dit duidt op het onscheidbare van Leegte (Niet-weten) en Bewustzijn (Kennen). Hun onverbrekelijkheid maakt het mogelijk dat zonder enige obstructie fenomenen oprijzen, steeds opnieuw, als witte schuimkoppen in de donkere branding bij nacht. Fenomenen zoals ook ‘ego’-uitingen. Ze rijzen op. Beperkingen rijzen op, zomaar, zonder enig verleden of oorzaak. Dit wordt vaak ‘spontaan’ genoemd, dit ‘zo maar oprijzen’. Niets of niemand ‘schept’ dit. Het is de onbelemmerde Uitdrukking van het Verschilloze Lege Kennen. Gedachten, ego-vormen, tijdelijke afschermingen, bloesems, krampen, vruchten: ze rijzen op – om later ook weer op te lossen in het Verschilloze Lege Kennen.
Onderin de driehoek zie je vanuit de punt een spiraal, die de Uitdrukking voorstelt. De Uitdrukking kan vormen aannemen die zich ver verwijderen van de Verschilloze Driehoek en vervuld blijven van ego – desondanks blijft iedere seconde het herkennen van de Essentie (Kennende Leegte) mogelijk. In de tekening zie je dit aangeduid door talloze driehoekjes, die laten zien dat dit nooit een ‘weg terug’ betreft, maar een onafgebroken mogelijkheid om nu, in Dit, je ware natuur te herkennen, de Alles-includerende Volledige Driehoek. De kleine driehoekjes zijn steeds opnieuw ‘Dit’ – steeds kersvers.
‘Ego’ is in feite een klein fenomeen, dat door het erdoor gefascineerd-worden een verbeelding kan koesteren van groot en overweldigend, vooral vanwege de emoties rondom verleden. Met name pijn die lang is opgespaard kan ieder moment een grote geloofwaardigheid krijgen, zeker als iets getriggerd wordt. Dat is niet meteen af te doen als ‘alleen maar illusie’; ik vind dat iemand in pijn respect verdient. Ook al blijft het gelden dat pijn zich afspeelt in puur Licht en Kennen, het is niet iets wat zomaar is opgelost. Vandaar de noodzaak om steeds opnieuw te kijken, middenin elke emotie.
Het ego kan zich hierbij blijven samentrekken. Je kunt er last van hebben, en uiteraard ook van dat van anderen; daardoor kan het moeilijk zijn om het ego mild te beoordelen. Toch is de waarheid hierover wat mij betreft niet een kwestie van zwart of wit – het verdient een waarachtige nuancering. De samenhang tussen ego en vrijheid (en de zogenaamde vrije wil) voelt als een paradox, als iets wat niet redelijkerwijs kan worden begrepen. Graag laat ik Atmananda aan het woord om hierover iets te zeggen dat als een frisse blik kan voelen:
“Zelfs het zo vaak verachte Ego is een grote hulp voor het realiseren van de Waarheid. De aanwezigheid van het Ego in de mens is oneindig beter dan de afwezigheid ervan, zoals bijvoorbeeld in het geval van een boom – ook al blijft het Ego iets wat je een vervorming zou kunnen noemen. (...) Vandaar dat je kunt zeggen dat het Ego in zekere zin zelfs het primaire verantwoordelijke element is voor de realisatie van de Uiteindelijke Waarheid.” [2]
[1] Zoals ik al vaak heb geschreven bij een poging tot het afbeelden van iets van de psyche: dit is natuurlijk onmogelijk, maar voor heel even kan het toch dienend zijn. Vandaar dit plaatje.
[2] Notes on Spiritual Discourses of Sree Atmananda (of Trivandrum) 1950-1959. Opgetekend door Nitya Tripta. Trivandrum (Kerala): Reddiar Press, 1963; p. 191. In de tweede editie (erg goed geredigeerd door Ananda Wood); Salisbury (uk): Non-Duality Press, 2009; no. 512 (in het tweede van de drie delen).