In
de bron is helemaal niets
‘De bron’: zulk taalgebruik riekt naar
een kans op romantiek, een zitten bij
deze bron, met de zachte klanken van een snaarinstrument.
Wat
ik bedoel met ‘bron’, in ‘de bron van belangstelling’ en ‘de bron van
aandacht’, is dat er helemaal niets is in die bron.
Niets. Geen vibratie, geen vorm.
En
opeens is er een eerste vibratie, een
eerste opwelling. Opeens is er een gedachte.
Opeens
belangstelling.
‘Bron’, hoe romantisch klinkend ook, is
aanduiding van dat waarover je niet verder kunt praten. Want zodra je zegt:
‘Waar komt deze gedachte uit voort?’, zie je meteen dat die uit iets voortkomt
dat je ‘leeg’ kunt noemen, ‘volkomen niet-iets’.
De inhoud van de gedachte bestaat
weliswaar uit verleden, uit een soort ketting van oorzaak en gevolg, vaak
‘karma’ genoemd. Maar het feit dat
een gedachte opkomt is nog steeds los van verleden.
“De wereld wordt geconditioneerd door
karma, maar zijn bron is de natuurlijke staat.”[1]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten